Wanneer is er sprake van een woning in aanbouw

Op grond van de fiscale wetgeving mag u de rente van een lening in aftrek brengen bij het bepalen van uw belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) als deze rente betrekking heeft op een eigenwoningschuld. Er is sprake van een eigenwoningschuld als u bijvoorbeeld de lening (aantoonbaar) bent aangegaan voor de verwerving van een woning die uw hoofdverblijf is.

Bij een woning in aanbouw of een ingrijpende verbouwing van een reeds bestaande woning, kunt u niet direct de woning als hoofdverblijf gebruiken. Daarom is er in de Wet op de inkomstenbelasting 2001 een speciale regeling voor dit soort situaties opgenomen. Als u kunt aantonen dat er sprake is van een woning in aanbouw dan wel een leegstaande woning die wordt verbouwd, mag u de daarmee samenhangende leningen toch aanmerken als eigenwoningschulden mits u aannemelijk kan maken dat die woning in het lopende jaar of een van de drie daarop volgende jaren uw hoofdverblijf zal zijn.

Maar wat nu als u grond aankoopt met de intentie om daarop een woning te gaan bouwen? Kan men dan al spreken van een woning in aanbouw of moet er al concreet iets zijn gerealiseerd? De Belastingdienst was van mening dat een plan alleen onvoldoende was.

Uit een recente uitspraak van de Hoge Raad blijkt dat er pas sprake is van een woning in aanbouw als de feitelijke bouwwerkzaamheden zijn gestart. Pas vanaf dat moment mag men de rente van de leningen die betrekking hebben op die woning, bij het bepalen van het box 1 inkomen in aftrek gaan brengen. Tot die tijd vormen de grond en de daarop betrekking hebbende lening “gewoon” vermogen en zitten in box 3 (sparen en beleggen).

Naar aanleiding van deze uitspraak zijn er door de Tweede Kamer vragen gesteld. Het ministerie van Financiën heeft medegedeeld dat als ‘woning in aanbouw’ ook gezien moet worden de situatie dat concrete stappen zijn gezet waaruit naar redelijke verwachting valt aan te nemen dat de bouwwerkzaamheden binnen afzienbare tijd gaan beginnen. De Belastingdienst past dit laatste ook al toe in de praktijk. De bedoeling is dat nu met een wetswijziging de onduidelijkheid weggenomen gaat worden. Vooruitlopende daarop zal in een beleidsbesluit worden goedgekeurd dat de huidige praktijk wordt voortgezet.