Regels innovatiebox versoepeld

De aanvraag voor de innovatiebox (helaas alleen voor ondernemers in de vennootschapsbelasting, veelal BV’s dus) is ingewikkeld. Ondernemers beginnen er daarom vaak niet eens aan. De angst is dat de aanvraag meer kost, dan dat de innovatiebox oplevert. Mogelijk dat een gesprek van u als innovatieve ondernemer met uw belastingadviseur hele andere verwachtingen op kan leveren. Een aanvraag blijft gecompliceerd, maar uw adviseur kan u hier doorheen loodsen en het resultaat kan heel positief zijn.

Het verloop van de aanvraag van de innovatiebox in een notendop:

1. Ligt er een S&O-verklaring of is er een octrooi toegekend?
2. Is de onderneming juridisch eigenaar van de innovatie?
3. Wordt er met de innovatie voldoende winst gemaakt?
4. Welk deel van de totale winst is toe te rekenen aan de innovatie?
5. Hoeveel heeft de innovatie de afgelopen jaren gekost? En hoeveel kosten volgen nog?
6. In hoeverre zijn die kosten afgetrokken van de belasting (dat is de boxdrempel)?
7. Op welk bedrag gaat het verlaagde tarief toegepast worden?

Dit kan uiteindelijk resulteren in een schriftelijke vastleggingsovereenkomst (‘ruling’) voor meerdere jaren met de Belastingdienst. Het voordeel bestaat (via een omweg) in wezen uit een vermindering van het vennootschapsbelastingtarief. Bedrijven betalen dan effectief 5% over de met de innovatie behaalde winst in plaats van het algemene tarief (max. 25%).

Voor 2013 en volgende jaren heeft de staatssecretaris de innovatiebox toegankelijker gemaakt. Hij staat nu een forfaitaire regeling toe. Hiervoor is vereist dat in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren een immaterieel activum (met octrooi of WBSOverklaring) is voortgebracht.

Is aan deze voorwaarde voldaan, dan kan de BV (of andere ondernemers in de vennootschapsbelasting) forfaitair 25% van de winst in de innovatiebox plaatsen. Er geldt dus geen boxdrempel en er hoeft ook niets van de winst aan andere factoren te worden toegerekend. De in de box te plaatsen winst is (helaas) gemaximeerd op 25.000 euro per jaar,

waardoor de forfaitaire regeling vooral interessant zal zijn voor het midden-en kleinbedrijf. Omdat het normale tarief van de vennootschapsbelasting bij dergelijke bedrijven 20% zal zijn en het tarief in de innovatiebox maar 5%, is er een besparing van 15% te behalen over maximaal 25.000 euro. Dus 3.750 euro en dat zonder al te veel werk.

De keuze voor de innovatiebox (forfaitair of als dat aantrekkelijker is via de ingewikkeldere methode) kan jaarlijks gedaan worden bij de aangifte.