Pensioen en fiscus

De regering is flink aan het snoeien in pensioenland, enerzijds omdat onze overheid veel geld tekort komt en anderzijds om de pensioenen binnen de Europese regelgeving te laten passen.

Een nieuwe maatregel vanaf 1 januari 2015 is dat men vanaf dit jaar nog maar nieuw pensioen mag opbouwen over een salaris van maximaal € 100.000,-.

Hier blijft het echter niet bij want de pensioenleeftijd wordt ook steeds opgerekt. We mogen steeds later met pensioen, eerst was dat 60, toen 62, vervolgens 65 en nu pas bij 67 jaar. Je mag wel eerder met pensioen, maar de uitkeringen worden dan flink gekort. Bovendien worden de percentages die van het salaris mogen worden afgetrokken steeds lager.

In Nederland kennen we –in tegenstelling tot veel andere landen om ons heen- de zogenaamde omkeerregeling; pensioenpremies zijn aftrekbaar van het loon en de uitkeringen worden als uitgesteld salaris pas belast als de uitkeringen worden genoten.

Om te voorkomen dat vanwege de lagere pensioenopbouw er meer zou kunnen worden afgetrokken voor (bancaire) lijfrentes op basis van de zogenaamde jaar- en reserveringsruimte, zijn ook die regelingen aangepast.

Als doekje voor het bloeden is voor personeel (ook DGA’s vallen hier onder), die meer dan € 100.000 verdienen, per 1 januari 2015 het netto pensioen en netto lijfrente geïntroduceerd. Daarvoor geldt de omkeerregeling echter niet en is er dus ook geen aftrekrecht meer. De uitkeringen te zijner tijd blijven onbelast. Op die manier komt er eerder belasting in de staatsruif en dat was nu juist de bedoeling. In de tussenperiode is het op deze regelingen gespaarde bedrag vrijgesteld in Box 3.

Pensioenregelingen zijn vaak verplicht voor medewerkers. Het netto pensioen en de netto lijfrente zijn vrijwillig.

Wel moeten werkgevers met een pensioenregeling verplicht hun werknemers met een salaris van méér dan 100.000 euro de mogelijkheid te bieden een netto pensioen op te bouwen.

Premies voor het netto pensioen zijn niet aftrekbaar en moeten daarom uit het netto salaris worden betaald. “Gewone” pensioenpremies zijn aftrekbaar en worden uit het bruto loon betaald.

Iemand die dus meer dan 100.000 euro verdient en verwacht dat zijn pensioen onvoldoende is, kan ofwel via Box 3 extra sparen (met als nadeel jaarlijks 1,2 procent belasting) danwel via een netto lijfrente/pensioen gaan sparen.